Voor lhbti’ers eindigde de oorlog niet op 5 mei 1945

In de lhbti-wereld heeft de jaarlijkse herdenking op 4 mei een extra betekenis. In 1970 snelden Ad van Delden en Enno den Daas van de Amsterdamse Jongeren Aksiegroepen Homoseksualiteit vanuit Krasnapolsky met een krans met lila linten naar de plechtigheid op het monument op de Dam. Ver kwamen ze niet.

Door: Martien Sleutjes

Deze “twee jongemannen die de herinnering aan de in de concentratiekampen omgekomen homofielen willen herdenken, werden hardhandig afgevoerd”, aldus het commentaar van Polygoon bioscoopjournaal.

Kijktip
Vorig jaar besteedde IHLIA al aandacht aan deze gebeurtenis door een online expositie te organiseren. Bekijk ‘Geen krans op de Dam’ op onze website IHLIA Outside the Box

Hun actie was de eerste mijlpaal voor een activistische homobeweging die zich vijf jaar later tooide met de roze driehoek. De Duitse homobeweging vond het teken dat homoseksuele mannen in de concentratiekampen moesten dragen eerder roze dan lila.

Weer zo’n vijf jaar later, zo rond 1980, was de hele beweging roze. Overal roze driehoeken, het Roze Front organiseerde de jaarlijkse Roze Zaterdag, telkens in een andere stad. Het symbool van de onderdrukking was een symbool van bevrijding geworden, maar wel een die bevochten moest worden en blijven.

Monument

In 1979 opperde Bob van Schijndel van de PSP-homogroep een eigen monument met de woorden: “Zulks om de herdenking van de 200.000 vermoorde homoos levend te houden in een tijd waarin nog steeds homoos ten slachtoffer vallen aan fascistische regimes in Zuid-Amerika en veroordelingsgeluiden uit konservatief-konfesionele hoek in Nederland”.

Dus een monument dat in het kader van de internationale strijdbaarheid het verleden levendig houdt, maar de ogen niet sluit voor de hedendaagse problemen.

De commissie die het monument moest begeleiden, wilde per se geen zieligheid op een sokkeltje ergens in de hoek van een plein. Hun keuze voor het monumentale ontwerp van Karin Daan bleek de juiste: het is een monument om niet even bij stil te staan en een krans te leggen, maar een levende plek waar verdriet, boosheid om onderdrukking of achterstelling en de feestelijke viering van het leven mogelijk is.

Aantallen

De energie die leidde tot het monument kwam uit een gevoel van achterstelling die telkens bij de ‘nationale herdenking’ naar boven kwam. Het nationale monument was ooit opgericht om het nationale eenheidsgevoel te benadrukken en te voorkomen dat iedereen in een eigen clubje zijn eigen gevallenen zou gedenken.

Vanaf eind jaren zestig komt daar verandering in als er meer aandacht komt voor de Joodse slachtoffers. Er komt een stroom van verhalen op gang die vraagtekens zet bij het idee van de gezamenlijke heroïsche strijd van Nederlanders tegen de nazi-bezetting. Dat viel samen met een groeiende weerzin in studentenkringen tegen nieuwe oorlogen zoals in Vietnam en oude en nieuwe fascistische regimes.

In de publicaties van het COC leefde de oorlog, maar niet op een politieke, activistische manier. Het schermen met grote aantallen slachtoffers leefde wel waarbij landsgrenzen over het hoofd werden gezien.

In 1949 verscheen in het blad Vriendschap een brief van een Berlijnse ‘gevoelsgenoot’ die melding maakt van ‘60.000 vrienden die in concentratiekampen terechtkwamen’. Dat cijfer komt in de buurt van de schatting van 50.000 Duitse mannen die veroordeeld zijn onder de door de nazi’s aangescherpt artikel Par 175. Dat was ongeveer de helft van de mensen die werden opgepakt.

Uit gedetailleerd Duits onderzoek in de jaren zeventig en tachtig komt een schatting dat 10.000 tot 15.000 Duitse mannen naar kampen werden gestuurd meestal na afloop van hun straf en van hen overleefde 60% dat niet.

Monument in het nationaal tehuis

Het COC-bestuur en de redacties van hun tijdschriften noemde nooit getallen (zie de voorkant van Vriendschap mei 1950). Het gevoel van achterstelling en achtervolging was er niet minder om.

De Nederlandse wetgeving was minder streng dan de Duitse, maar juist na de oorlog tot eind jaren vijftig waren de veroordelingen vele malen groter dan zelfs in de oorlog. Het idee dat voor lhbti’ers de oorlog niet eindigde op 5 mei 1945 was niet uit de lucht gegrepen.

Bij het 15-jarig bestaan van het COC in 1961 stelde het bestuur voor om in De Schakel, het zogenaamde Nationale Tehuis aan het Amsterdamse Leidseplein, een gedenksteen te plaatsen niet alleen voor het 15-jarig bestaan, “… maar [ook] aan de nagedachtenis van onnoembare velen, die tijdens de oorlog om hun anders-zijn werden gemarteld, vervolgd en vernietigd”.

Slachtoffers

Vanaf eind jaren zestig worden er getallen genoemd, maar dan wel in lezingen of artikelen. Geheel in het kader van het toenmalige modewoord internationale solidariteit werden de vervolgingen moeiteloos ook in Nederland gezien. En dus moesten die slachtoffers ook op de nationale herdenking op 4 mei werden herdacht.

Later in de jaren tachtig werd uit onderzoek duidelijk dat de Nederlandse homo’s tijdens de oorlog nauwelijks werden vervolgd zoals ze bij de buren werden vervolgd. De uitvoering van de aangescherpte Duitse wet werd door bezetter in handen gelegd van de Nederlandse politie en die had nog vele andere extra taken.

De vervolgingen zaten meer na de oorlog. Herdenken van slachtoffers van vervolgingen is bij een eigen homomonument veel logischer. Het mechanisme achter die vervolgingen kent een veel langere geschiedenis dan alleen tijdens de nazi-periode.

Daarop alert blijven gedurende het hele jaar in plaats van alleen begin mei kan geen kwaad. De actiegroep die in 1970 het eerste zetje aan het monument hadden dan in hun pamflet toch gelijk: “Het wordt tijd dat de maatschappij inziet dat zolang de homoseksueel een nauwelijks getolereerde minderheid zal blijven, hij gevaar zal lopen in iedere eventuele diktatuur.”

Dit is de eerste bijdrage in een reeks artikelen die zullen verschijnen naar aanleiding van het project ‘Homoseksualiteit in en rond de Tweede Wereldoorlog. Digitalisering en ontsluiting collectie IHLIA LGBTI Heritage’. Lees hier meer over in het nieuwsbericht.

Gedurende de looptijd van het project zal IHLIA regelmatig berichten over het onderzoek en de interessante uitkomsten hiervan.

Deel dit berichtFacebookXWhatsApp

Menu

Contact

Bezoekadres IHLIA
OBA Oosterdok
Oosterdokskade 143, 3e verdieping
1011 DL Amsterdam

Tel: 020-5230837
E-mail: info@ihlia.nl

Exposities op het IHLIA-plein
Dagelijks gratis te bezoeken, volg openingstijden OBA