Een aantal weken in oktober 2018 stond met groot succes in diverse locaties van Zorggroep Reinalda in Haarlem de IHLIA-tentoonstelling Nooit meer in de kast! We waren nieuwsgierig naar de ervaringen om een dergelijke expositie in huis te halen.
Door: Michel Otten
IHLIA sprak met drie initiatiefnemers die de tentoonstelling over de levens van veertien oudere homoseksuele vrouwen en mannen naar de hoofdstad van Noord-Holland haalden. Levens waarin homoseksualiteit een belangrijk maar niet het enige aspect is.
Het eerste idee om Nooit meer in de kast! te plaatsen in het Reinaldahuis en twee van de locaties waar de zorggroep thuiszorg biedt kwam van Arno Schouten, algemeen bestuurslid bij COC Kennemerland. ‘Eigenlijk de belangrijkste motivatie was om de roze ouderen gewoon in beeld te brengen. Voor de zichtbaarheid.’
Roze Loper
Arno Schouten zit ook in de kerngroep Roze Loper. Daarin zetelen eveneens Greet Doornenbal, humanistisch geestelijk verzorger, en Mirjam van der Sman, vitaliteitscoach, van het Reinaldahuis.
Arno vond dat de tentoonstelling wel mooi paste bij het centrum dat het humanisme als grondbeginsel heeft. Daar waren Greet en Mirjam het mee eens.
‘Zorggroep Reinalda was in juni 2011 de eerste aanbieder voor verpleeghuis- en thuiszorg in Haarlem die de Roze Loper kreeg’, aldus Greet. Het is een kwaliteitskeurmerk waarmee zorginstellingen hun homovriendelijkheid kunnen onderstrepen.
‘Door het keurmerk deden we altijd al wel veel voor roze ouderen. Zo organiseerden we regelmatig verschillende activiteiten, zoals een mannendansavond of een boekpresentatie. Vaak in het kader van de Coming Out Dag, Wereld Humanisme Dag of de Gaypride’, legt Mirjam uit.
‘Maar ondanks de aandacht was niet alles goed ingebed en geborgd’, vult Greet aan.
Dit veranderde toen het keurmerk was verlopen en er een nieuwe audit moest plaatsvinden. De tolerantiescan werd opnieuw ingevuld en na diverse gesprekken met een onafhankelijke certificerende instelling werd in oktober 2017 opnieuw de Roze Loper uitgereikt.
Net zoals bij ieder andere zorgorganisatie die in aanmerking wil komen wordt er op gelet dat zowel bewoners als personeel zich veilig en geaccepteerd voelen, dat alle verzorgenden training en scholing krijgen omtrent diversiteit en dat er specifiek aandacht is voor pesten en discriminatie van lhbti’ers.
Daarnaast wordt er gekeken of er activiteiten worden georganiseerd die niet alleen gericht zijn op hetero’s.
Intiem
Voordat de tentoonstelling er stond moest er natuurlijk veel geregeld worden. ‘Gelukkig konden de Regenboogpartners, dat zijn COC Kennemerland, Gay-Haarlem en Bureau Discriminatiezaken Kennemerland, geld beschikbaar stellen’, aldus Arno. Ook was er volgens Mirjam veel belangstelling vanuit de pers.
Op Coming Out Dag, 11 oktober, werd Nooit meer in de kast! uiteindelijk geopend. Naast het Reinaldahuis, stond de expositie ook gedeeltelijk in woonzorgcentra De Roos en het Polderhuis.
Arno zag een feestelijke opening met veel begeleiders, verpleeghuis- en wijkbewoners en ander belangstellenden die met roze hoeden en sjaals aan tafels zaten. Ze luisterden aandachtig naar de samensteller van Nooit meer in de kast!: Hannah van Herk. Greet: ‘Zij hield een mooi en persoonlijk verhaal over haar eigen coming out.’
Dit maakte veel los bij de bewoners. ‘Een vrouw durfde naar aanleiding van de opening te vertellen dat haar kleindochter transgender is’, vervolgt Arno. ‘Daarmee was de tentoonstelling voor mij al geslaagd.’
Ook daarna kwam het thema regelmatig ter sprake in groepsgesprekken. Greet merkte dat een tentoonstelling als deze ‘opriep tot vertellen’ en was verrast door de openhartigheid.
Al was het soms alleen in de vertrouwelijkheid tussen de geestelijk verzorgster en een bewoner: ‘Een vrouw had nog nooit eerder tegen iemand durven vertellen dat ze lesbisch is. Andere bewoners weten het (nog) niet, maar het is belangrijk dat ze in ieder geval aan één iemand haar verhaal kon vertellen.’
Volgens Mirjam weet je natuurlijk nooit van iedereen hoe ze het thema ervaren. ‘Sommigen zeggen wel “ik vind het allemaal goed hoor”, maar als puntje bij paaltje komt…’
Desalniettemin kon het onderwerp wel makkelijk over het voetlicht gebracht worden doordat de tentoonstelling in het atrium van het Reinaldahuis stond. Arno: ‘Omdat op deze locatie ook huisartsen, een fysiotherapiepraktijk en een vestiging van de bibliotheek zitten, lopen er veel verschillende mensen langs. Iedere keer als ik er was zag ik wel mensen bij de tentoonstelling staan.’
Tegelijkertijd vonden ze het alle drie belangrijk dat ondanks de aandacht en de prominente plek homoseksualiteit op een intieme manier behandeld werd en dat is volgens hen gelukt.
‘Misschien dat we in de toekomst andere IHLIA-tentoonstellingen kunnen gebruiken om de zichtbaarheid van roze ouderen te vergroten’, besluiten Mirjam en Greet het gesprek.