Joost Emmelot
Schrijver: Michel Otten
Boek 12.
‘Ach ja, ‘k was anders, altijd geweest.’
‘Ik zat daar naast Jan en keek wanhopig en hunkerend naar boven naar de blauwe lucht en droomde over een wereld waarin ik ooit geaccepteerd en gerespecteerd zou worden. Door de maatschappij, door mijn ouders, door familie.’
‘Tante Rie liep langs en streek even over mijn haar, een moment om nooit te vergeten. Ik was nog nooit door iemand op een dergelijke manier aangeraakt.’
‘Harry en Ed… Een leven zonder hun onvoorwaardelijke vriendschap kan ik mij nauwelijks voorstellen.’