
Er zijn nu twee nieuwe boeken aan de al grote collectie Roze Levensverhalen toegevoegd en online te lezen.
Het gaat om de levensverhalen van Arnold Boekhoff en Marius Vroegindeweij.
Arnold Boekhoff – Het leven is een avontuur
Arnold Boekhoff (1965) groeit op in een groot gezin in Wormerveer en krijgt al op jonge leeftijd te maken met de gevolgen van twee hersenvliesontstekingen. Het laat hem achter met een lichte verstandelijke handicap – een handicap die vaak onzichtbaar is, maar die zijn leven diepgaand beïnvloedt.
In dit openhartige levensverhaal vertelt Arnold hoe hij ondanks pesterijen, onbegrip en persoonlijke verliezen telkens weer zijn eigen weg vindt. Van zijn jeugd vol eenzaamheid en strijd, via het internaat en begeleid wonen, tot zijn ontdekkingstocht in de wereld van vriendschap, liefde, homoseksualiteit en seksualiteit.
Arnold neemt de lezer mee in zijn ervaringen met werken in de groenvoorziening, vrijwilligerswerk bij verenigingen en culturele activiteiten, en zijn engagement bij organisaties als het COC. Hij laat zien hoe belangrijk kunst, muziek, spiritualiteit en zelfontwikkeling in zijn leven zijn geweest. Zijn zoektocht naar vrijheid, erkenning en respect loopt als een rode draad door dit boek.
Ondanks periodes van depressie, verlies en frustratie weet Arnold telkens opnieuw zijn kracht te hervinden. Zijn verhaal is er een van vallen en opstaan, maar ook van doorzettingsvermogen, eigenzinnigheid en een onvermoeibaar geloof in persoonlijke groei.
Dit boek is meer dan een autobiografie: het is een oproep tot meer begrip en openheid voor mensen die net even anders zijn. Het laat zien dat achter iedere handicap een uniek mens schuilt met dromen, talenten en verlangens.
Het levensverhaal van Arnold Boekhoff is rauw, eerlijk en ontroerend – een inspirerend testament van een man die weigert zich door zijn beperking te laten tegenhouden.
Marius Vroegindeweij – Ik vind de maatschappij nog altijd de rotste plek in de samenleving
Marius is geboren in 1949 in Papendrecht. Hij komt uit een familie van dominees. De streng-orthodoxe traditie waarin Marius werd opgevoed is zowel in zijn jeugd als later van grote invloed op zijn leven geweest. Vanwege het werk van zijn vader moest hij in zijn jeugd verschillende keren verhuizen.
Hij was een overgevoelig kind dat last had van verschillende aandoeningen. Dat leidde tot problemen op school. In 1967 is hij naar Leiden gegaan waar hij aan een studie psychologie begon. Al gauw raakte hij in de ban van de tijdgeest en stortte hij zich op allerlei activiteiten. Hij kwam terecht in het Leidse activistisch milieu, waarin heftig gediscussieerd werd over een betere samenleving. Het bevorderen van (homo)emancipatie en de keuze van mensen om hun leven op eigen wijze in te richten stonden centraal. Marius raakte kortstondig bevriend met Boudewijn Büch, die even medebewoner was in de commune die Marius met enkele anderen was gestart.
Na een lange studieperiode werd Marius docent op de Sociale Academie Rotterdam. In de periode die volgde kreeg hij steeds meer last van psychische problemen. Slaapgebrek speelde een belangrijke rol. Daarbij kwam dat werd geconstateerd dat hij in ernstige mate last had van zogeheten ‘rusteloze benen’ en van periodieke bewegingsstoornissen.
Van 2000 tot 2004 had Marius een beleidsfunctie bij de Willem de Kooning Academie (WdKA). Daarna vond hij een nieuwe baan als beleidsadviseur bij de gemeente Vlissingen. In 2008 is hij met vervroegd pensioen gegaan. Hij kreeg nu ruim de tijd om zich weer met kunst bezig te houden. Tot voor kort schreef Marius blogs die hij voorzag van afbeeldingen. Ook heeft hij verschillende keren geëxposeerd.
Als Marius terugkijkt vindt hij dat hij een rijk leven heeft gehad: ‘Dat God daaruit verdwenen is, heeft het onmiskenbaar lichter gemaakt.’







