Ruth Maier: de Noorse Anne Frank uit Wenen

Eind 2020 is de aanvraag van IHLIA LGBTI Heritage in het kader van de Open Oproep 75 Jaar Vrijheid door het Mondriaanfonds toegekend. Het gaat om het project Homoseksualiteit in en rond de Tweede Wereldoorlog, digitalisering en ontsluiting collectie IHLIA LGBTI Heritage.

Tijdens dit project kwam IHLIA onder andere interessante boeken tegen, waaronder de dagboeken van Ruth Maier. Wilfred van Buuren, hoofd collectie IHLIA, dook voor de Queer Geschiedenismaand dieper in op haar leven.

Door: Wilfred van Buuren 
Beeld: Gunnar Hofmo en Ruth Maier overgenomen uit het boek: Erinnern in Auschwitz auch an sexuelle Minderheiten. Berlin: Querverlag, 2020

Iedereen kent de naam Anne Frank, maar hebben jullie ooit van Ruth Maier gehoord?

Ruth Maier was een joodse, biseksuele of lesbische vrouw uit Wenen, Oostenrijk. Haar familie stuurde haar in 1938 om aan vervolging te ontkomen naar Noorwegen, met het voornemen om later naar Engeland door te reizen. In Noorwegen leefde ze vier jaar lang. Maar de Duitsers vielen in 1940 ook Noorwegen binnen en daarmee was een verdere vluchtweg naar bijvoorbeeld Engeland of Amerika afgesloten.

Ruth Maier werd slechts tweeëntwintig jaar oud. Op 26 november 1942 haalden twee Noorse politieagenten haar op uit Pension Engelsheim, een pension voor meisjes en jonge vrouwen, waar Ruth Maier toen woonde. Adres: Dalgbergstien 3 in Oslo. Volgens een ooggetuige werd Ruth Maier in een auto getrokken, waar al een ander meisje zat te huilen. Een van de bewoonsters van het pension riep nog naar Ruth: “We kunnen op je gouden horloge passen tot je terugkomt.” Ruth antwoordde: “Ik kom nooit terug.”

Nog op dezelfde avond bevond Ruth Maier zich op het transportschip voor gevangen de Donau. In de haven van Oslo bevond zich toen ook Ruth’s vriendin Gunvor Hofmo die Ruth zo lang mogelijk wilde volgen. Ruth Maier slaagde erin een briefje voor Gunvor van boord te laten smokkelen, waarop ze schreef: “Ich glaube, dass es gut ist, wie es gekommen ist. Warum sollen wir nicht leiden, wenn es so viel Leid ist? Sorg dich nicht um mich. Ich möchte vielleicht nicht mit dir tauschen.”

Vijf dagen later was Ruth Maier dood. Direct na aankomst in Auschwitz werd ze op 1 december 1942 samen met honderdzeventachtig andere joodse vrouwen, tweeënveertig kinderen en honderdzestien oudere mannen uit Noorwegen in de gaskamer geleid. De lijken van deze driehonderdzesenveertig personen werden vervolgens in de openlucht verbrand. Ruth Maier werd niet ouder dan tweeëntwintig jaar.

Ruth Maier kwam niet uit Noorwegen, maar uit Wenen. Op 10 november 1920 werd ze in de Oostenrijke hoofdstad geboren. Daar bracht ze ook haar kindertijd en jeugd door. Ruth Maier groeide op in een welgesteld en gegoed burgerlijk gezin samen met haar vader Ludwig, moeder Irma en haar anderhalf jaar jongere zus Judith. Het waren geassimileerde Joden. Vader – met wie Ruth een hechte band had – bekleedde een hoge positie bij het Oostenrijkse post- en telegraafbedrijf en was secretaris-generaal van de internationale Post- en Telegrafieunie. Vader was Herr Doktor in de filosofie en beheerste negen talen, een schoolvoorbeeld van Bildungsbürgertum. Het gezin had het goed en ging regelmatig op vakantie naar het buitenland: naar Italië, Zwitserland, Joegoslavië, Frankrijk en Hongarije, maar het vaakst naar Moravië, in het toenmalige Tsjechoslowakije, naar het dorpje Žarošice, waar haar vader vandaan kwam.

Voordat de nazi’s de macht in Wenen grepen, had Ruth het best naar haar zin op school en met haar vrienden en vriendinnen. Ze had talent voor acteren, speelde de hoofdrol in het jaarlijkse schooltoneel, hield niet van wiskunde, maar kon goed opstellen schrijven. Een barst in een gelukkige jeugd ontstond toen haar vader overleed aan wondroos. Ruth was toen dertien jaar. Maar dankzij de broer van haar vader, die bankdirecteur in Brno was, had het gezin zeker geen gebrek. De vrolijke jaren waren voorgoed voorbij met de Anschluss, Hitlers annexatie van Oostenrijk in maart 1938. De ongeveer tweehonderdduizend joden in Wenen werden paria’s.

De Maiers werden gedwongen hun moderne, gerieflijke appartement te verruilen voor een onderkomen in een Weens getto. De pesterijen, intimidaties en terreur jegens de Joden bereikten een voorlopig dieptepunt tijdens de Kristallnacht in november 1938, de achttiende verjaardag van Ruth Maier. Maar het zou nog veel erger worden. De twee broers en vier zussen van vader Ludwig Maier zijn tijdens de oorlog allemaal in concentratiekampen omgekomen. Net als Oskar, de oom van Ruth van moederskant. Van de dertien neven en nichten van vaders kant overleefden er slechts zes de Shoa, onder hen de filosoof Stephan Körner, een leerling van Wittgenstein. Ruth’s zuster Judith vluchtte in 1938 naar Engeland, in 1939 gevolgd door moeder Irma en oma Anna. Deze drie overleefden de Tweede Wereldoorlog wel.

Ruth Maier hield vanaf haar dertiende bijna doorlopend een dagboek bij. Ze heeft behalve dagboeken, ook brieven en literaire teksten nagelaten, plus flink wat aquarellen en tekeningen. Van de jaren tussen 1933 en 1942 zijn acht dagboeken bewaard gebleven – plus ongeveer vijftig brieven – die de aantekeningen zijn van een zoekende, kunstzinnig aangelegde, scherp observerende, jonge vrouw.

Gunvor Hofmo (1921-1995), de Noorse vriendin van Ruth Maier en na de Tweede Wereldoorlog een bekende dichteres in Noorwegen, heeft de dagboeken meer dan vijftig jaar bewaard. In de jaren 50 probeerde Gunvor Hofmo de dagboeken uit te laten geven in Noorwegen, maar tevergeefs. Pas in 2007 bezorgde Jan Erik Vold, de biograaf van Hofmo, een ruime selectie van het dagboek en de brieven door hem in het Noors vertaald onder de titel Ruth Maiers dagbok: En jødisk flyktning i Norge. In 2008 volgde een Duitse editie en nog een Oostenrijkse in 2020. Een Nederlandse uitgave verscheen in 2010 bij Athenaeum, Polak en Van Gennep onder de titel Het leven kon zo mooi zijn: Dagboeken van een joods meisje 1933-1942. Er verschenen edities in twaalf talen, onder andere in het Engels, Frans, Spaans en Italiaans.

Boekomslagen van boeken uit de collectie van IHLIA

De dagboeken van Ruth Maier zijn zeer levendig en beschrijven gebeurtennissen uit het persoonlijk leven van Ruth, haar gedachten en observaties, haar blik op de wereld. Maar ook over wat ze las: veel Duitse klassiekers als Goethe, Schiller en Heine, Der Zauberberg, maar ook bijvoorbeeld romans van Jakob Wassermann en Knut Hamsun. Het gaat over politiek en over de rol van de vrouw. Temperamentvol en vertwijfeld, het is eerlijk gezegd veel interessantere lectuur dan het veel bekendere dagboek van Anne Frank. Die vergelijking is trouwens niet helemaal eerlijk, want Ruth’s dagboek loopt door totdat ze een jonge vrouw is, terwijl dat van Anne ophoudt op haar vijftiende. Verder heeft Ruth veel meer bewegingsvrijheid dan Anne in haar Achterhuis, waardoor haar dagboeken gelukkig niet uitsluitend over innerlijke zielenroerselen gaan, maar ook bijvoorbeeld over Duitse soldaten op straat in Oslo – die Ruth Maier overigens het liefst allemaal een voor een neer zou willen knallen.

Ik licht nu kort twee thema’s uit de dagboeken: gender en seksualiteit.

Ruth Maier is een meisje annex jonge vrouw. Wat betreft verhoudingen tussen de geslachten is ze enerzijds zeer geëmancipeerd, anderzijds valt ze met haar denkbeelden soms ook in traditionele rollenpatronen terug: “Ich will meinentwegen, um meiner Personlichkeit willen geliebt werden, nicht weil ich ein junges Mädchen bin.” Een vrouw moet niet kuis op haar toekomstige echtgenoot wachten, maar zelf werken en zelf beslissingen nemen. Aan de andere kant vindt ze het lachwekkend dat een man het huishouden doet. Wanneer meneer Strøm, bij wiens gezin Ruth Maier in Lillestrøm een tijdje verblijft, de kamer gaat stofzuigen, kan ze een lachbui niet bedwingen.

Op dertienjarige leeftijd schrijft Ruth Maier in haar dagboek: “Ich lechze nach Liebe, nach Burschen. Ich freue mich auf die Tanzschule […].” Ruth Maier verlangde naar lijfelijke nabijheid. Ze wilde als jonge vrouw graag seks hebben. Deze wens paste niet direct in de toenmalige heteronormatieve, kleinburgelijke patronen. Ze wilde seks buiten het heteroseksuele huwelijk: seks omwille van de seks. Ze ervaart zichzelf als een persoon met seksuele verlangens. Ze heeft echter niet veel succes bij de mannen en als dat wel het geval is dan wijst ze hen af. Ze speelt ironisch of treurig de rol van oude maagd.

Of Ruth Maier lesbisch dan wel biseksueel was valt niet met 100% zekerheid te bewijzen. Het thema homoseksualiteit hield haar in ieder geval wel al op haar dertiende bezig. In haar dagboek noteerde ze daarover: “Wenn ich denk, wie schrecklich das war, wie ich noch daran dachte. Ich schaute in Lexikons. Und den ganzen Tag musste ich daran denken. Ich fragte auch die Mutz [de moeder] , aber sie sagte, ich versteh das nicht. Gott sei Dank, jetzt ist es weg: […].” Ze voelt zich aangetrokken tot jonge meisjes, maar probeert aanvankelijk steeds de homo-erotische dimensie eruit te halen.

In de herfst van 1940 leert ze de Noorse Gunvor Hofmo kennen bij de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vrouwen. In 1941 wonen ze een tijdje samen in Trøndelag en beleven een relatief onbezorgde tijd met elkaar. Als ze met Gunvor is en door de familie van Gunvor als Gunvor’s partner wordt beschouwd, verklaart ze tegenover een kennis: “Ich erkläre ihm, dass ich homosexuell veranlagt bin. Er ist nicht erstaunt.” De verhouding met Gunvor lijkt soms wel een ritje in de achtbaan. Ruth Maier is obsessief verliefd en neemt de rol van afhankelijke binnen de relatie aan: “Ohne Gunvor würde ich das Leben gar nicht aushalten. Mir ist es so, als binde sie mich ans Dasein. Wenn ich sie mir fortdenke, ist alles grau, und ich bekomme Angst.” De laatste dagboeken van Ruth Maier worden gedomineerd door de verhouding met Gunvor. Op een gegeven moment staan ze ook de dagboekschrijverij in de weg en geldt diskretie: “was zwischen Gunvor und mir ist, ist zu heilig, als dass Worte daran rühren dürfen.”

In de herfst van 1942 werd Ruth Maier tijdens een grote “Judenaktion“ gearresteerd en met circa vijfhonderd andere lotgenoten op het schip de Donau gedeporteerd naar Duitsland en vervolgens in Auschwitz vermoord, omdat ze joods was.

Hoe ging het verder met Gunvor Hofmo?

Zij werd vanaf de jaren 50 een van de belangrijkste modernistische dichteressen van Noorwegen. Ze woonde samen met en had een jarenlange lesbische relatie met de 25 jaar oudere Astrid Tollefsen. Gunvor Hofmo had zware mentale problemen en was ook langdurig opgenomen in het Gaustad sykehus, een psychiatrisch ziekenhuis in Oslo: zestien jaar stilte als dichteres. Tussen 1971 en 1994 was die stilte voorbij en publiceerde ze vijftien gedichtenbundels. De centrale gebeurtenis en tragedie in haar leven was de ontmoeting met en verdwijning van Ruth Maier: “Zwilingsseele, und der eine Zwiling starb.”

Bronnen

Maier, Ruth; Hg. von Jan Erik Vold,  “Das Leben könnte gut sein”: Tagebücher 1933 bis 1942. München: Deutsche Verlags-Anstalt, 2008.

Maier, Ruth; Hg. von Jan Erik Vold,  “Es wartet doch so viel auf mich …”: Tagebücher und Briefe Wien 1933 – Oslo 1942. Wien/Berlin: Mandelbaum Verlag, 2020.

Maier, Ruth; bezorgd door Jan Erik Vold, Het leven kon zo mooi zijn: Dagboeken van een joods meisje 1933-1942. Amsterdam: Athenaeum, Polak & Van Gennep, 2010. Vert. door Ard Posthuma en Annemarie Smit.

Dewitz, Claudia, Identität, Emanzipation und Sexualität in den Tagebüchern von Ruth Maier. Norderstedt: Grin Verlag, 2009.

Hájková, Anna, Menschen ohne Geschichte sind Staub. Homophobie und Holocaust. Göttingen: Wallstein Verlag, 2021. Hirschfeld Lectures, Band 14.

Schoppmann, Claudia, Ik liet mijn haar groeien en ging jurken dragen: Levensverhalen van lesbische vrouwen in het ‘Derde Rijk’. Vert. uit het Duits door Ria van Hengel. Amsterdam: Schorer, 1995.

Wolfert, Raimund, ‘ “Ist das deine oder meine Freundin?” Ruth Maier (1902[sic Wilfred van Buuren]-1942), in: Joanna Ostrowska, Joanna Talewicz-Kwiatkowska, Lutz van Dijk (Hrsg.), Erinnern in Auschwitz auch an sexuelle Minderheiten. Berlin: Querverlag, 2020, p. 162-166.

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Ruth_Maier

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Gunvor_Hofmo

Documentaire No more everyday life, regie Elsa Kvamme, 2021:

http://www.alertfilm.no/ruthmaiersdiary

Dit artikel verscheen eerder in een licht afwijkende vorm in Tegendeel, periodiek voor leden van het Genootschap voor Tegennatuurlijke Letteren.

Deel dit berichtFacebookXWhatsApp

Menu

Contact

Bezoekadres IHLIA
OBA Oosterdok
Oosterdokskade 143, 3e verdieping
1011 DL Amsterdam

Tel: 020-5230837
E-mail: info@ihlia.nl

Exposities op het IHLIA-plein
Dagelijks gratis te bezoeken, volg openingstijden OBA