‘Dat die twee vrouwen er met elkaar vandoor gingen, die triomf. Dat was echt geweldig!’ Aan het woord is IHLIA-medewerker Connie van Gils die ik spreek over de tentoonstelling De schaamte voorbij: lesbische zinnen tentoongesteld.
Zij is de curator van de IHLIA-expositie over de roerige geschiedenis van hartstocht tussen vrouwen in de literatuur uit de twintigste eeuw. Het boek De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt komt daarbij natuurlijk ter sprake.
Op 22 maart open je de tentoonstelling, daarbij is Anja Meulenbelt te gast. Wat is de rol geweest van deze autobiografische roman?
‘Tijdens de tweede feministische golf is zij eigenlijk de eerste die echt een positieve seksuele ontmoeting beschrijft tussen twee vrouwen. Met uitzondering van Burnier, Vestdijk en Walschap in de jaren zestig was het bij veel boeken een beetje halfslachtig, verhuld of heel gauw voorbij: een zin en dan vijf bladzijden verder de andere zin. Dat schoot niet op. De schaamte voorbij werd een groot succes, alleen al in Nederland gingen een half miljoen boeken over de toonbank. Ook in het buitenland deed de roman het goed, binnen de tentoonstellingsruimte hebben we een vitrine waarin we tien verschillende vertaalde exemplaren van het boek laten zien.’
‘In het boek heeft de hoofdpersoon – Anja zelf, ook al is het nooit helemaal exact natuurlijk – een relatie met een getrouwde politicus, een man, maar dan gaat ze er later vandoor met zijn vrouw.’
‘Als vrouw legde je het altijd af tegen de man. Ik was het zo gewend om te lezen dat ‘ik’ het onderspit moest delven. Je kon als vrouw geen status bieden, eigenlijk trok je haar mee naar de rand van de samenleving. Bovendien werd iedereen in haar omgeving heel ongelukkig.’
Het boek is in 1976 uitgebracht. Was de tijd er toen klaar voor?
‘Het hing natuurlijk in de lucht, de tijdgeest was er naar. Maar de eerste moet toch het lef en de moed hebben om het te doen. Ik vind het altijd heel mooi, de eerste die zijn nek uitsteekt. Anja heeft echt prachtige scènes geschreven en daarmee het pad geëffend voor verhalen die goed eindigden, waarbij de lesbische vrouwen elkaar vonden en niet gestoord of krankzinnig werden of waren. Waar De schaamte voorbij nog enigszins autobiografisch is, volgde daarna de fictie waarin dus normale, intelligente vrouwen die lesbisch waren in heel mooie liefdesverhalen opgevoerd werden. Vanuit een feministische visie opgetekend was dat echt nieuw.’
Wat gaan we in de tentoonstelling zien?
‘Het is een tentoonstelling over de lesbische liefde in de literatuur en in de bladen uit de 20e eeuw, van 1900 tot 2000. Er zijn zes panelen over zes verschillende onderwerpen. Een ervan is literatuur van 1900 – 1960 waar we de mooiste liefdesscènes hebben uitgehaald. In die tijd was het eigenlijk ondenkbaar dat in de literatuur twee vrouwen expliciet hun liefde zouden consumeren, dus was het alleen maar hunkering en verlangen. Anders zou het nooit gepubliceerd worden.’
‘Vervolgens kreeg je in de jaren zestig de seksuele revolutie, je zou denken dat het voor lesbische vrouwen allemaal beter werd, maar toen namen mannen het over. Er ontstond een genre lesbische pulp, soort pornografie, waarin een eenzame, in mannen teleurgestelde vrouw verleid werd door een geboren lesbienne. In het begin ging het goed, maar later werd die geboren lesbienne heel bezitterig, jaloers en seksueel veeleisend. Die andere trok dat niet en werd uiteindelijk gered door een heteroman. En werd weer heteroseksueel.’
De zogenoemde male gaze?
‘Ja, er werd echt met een mannelijke blik gekeken en geschreven. Soms werden de boekjes door mannen geschreven onder een vrouwennaam. Een enkele keer zat er een vrouw tussen, bijvoorbeeld een boek van de later beroemd geworden auteur Ann Bannon. Dan was het meteen heel anders, ik vermoed dat deze er per ongeluk tussengekomen was.’
‘De titels Lesbische loeders, Lesbische vampiers of Taboe voor mannen, laten ook wel het een en ander zien van de opvattingen uit die tijd. Eigenlijk zijn de covers van die boekjes het leukst. Ze tonen hele seksuele voorstellingen van lesbische vrouwen, terwijl zij dat zelf helemaal niet doen of gedaan hebben. Het geeft een uniek beeld van de verbeelding van destijds hoe lesbische vrouwen eruit zagen: oversekste en gestoorde wezens. Met terugwerkende kracht is het kostelijk om te zien.’
Dit sluit ook aan bij de vorige door jouw samengestelde tentoonstelling Whisper their love…
‘Die expositie richtte zich op Amerikaanse lesbische pulpcovers. Na afloop van de opening hiervan werd er gevraagd of wij in Nederland ook zulke boekjes hadden. En dat wist ik niet. Toen ik weer tijd had ben ik dat uit gaan zoeken.
Het toeval wil dat naar aanleiding van Whisper their love… de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag mij benaderde voor advies over een tentoonstelling die de nationale bibliotheek samen met het Museum Meermanno organiseert: Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen. Toen de KB met deze vraag kwam, wist ik inmiddels dat we Nederlandse pulpboekjes hadden en dat ik daar nog een keer aandacht aan wilde besteden.
Daarbij komt dat wat ze bij de tentoonstelling Porno op papier aan lesbisch materiaal wilde tonen alleen de pulp was. Dit vond ik een beetje beperkt. Het gaat namelijk puur over porno gemaakt door mannen voor mannen. Toen bedacht ik om een verdiepende en verbredende blik te bieden bij die tentoonstelling.’
Dat blijkt, want naast de literatuur besteed je ook aandacht aan de bladen
‘In die tijd, de jaren zeventig, ontstonden ook de lesbische bladen die met de kopieermachine en stencilmachine werden gefabriceerd. Het beeld met de vraag wat nu een lesbische vrouw is dat uit die bladen ontstaat, was echt tegenovergesteld aan het beeld dat door mannen geschetst werd in die pulppockets. Dat had niets met elkaar te maken.’
‘Er stonden ook kennismakingsadvertenties in van vrouwen die op zoek gingen naar andere lesbische vrouwen en dan stond er iets in de trant van: ‘Ik zoek vrouwen voor een voetbalclub’. Of: ‘Wie gaat er mee schaken?’ Sec gezien, heel onerotisch, maar op een bepaalde manier was het toch heel opwindend omdat vrouwen eerst niet zichtbaar waren, terwijl dat nu wel zo is. Uit die bladen kwam een enorme community-zin naar voren.’
Wat kunnen we nog meer verwachten?
‘Met de tentoonstelling willen we ook laten zien hoe in die honderd jaar de seksuele voorlichting over wat nu lesbisch zijn inhoudt en wat een lesbische vrouw is op papier is gezet. In een eeuw is er veel veranderd: van de eerste brochures over gelijkslachtige liefde tot ‘Sekstips voor lesbische vrouwen. Hoe maak je je seksleven beter’. En ‘Kinderen krijgen, hoe doe je dat?’’
‘Daarnaast hebben we een paneel door drie IHLIA-stagiaires laten inrichten met dichtregels naar aanleiding van Sappho, de eerste lesbische dichteres in de 7e eeuw voor Christus. Met uitzondering van één gedicht zijn er van haar alleen fragmenten en zinnen bewaard gebleven.
Vanuit de gedachte dat misschien haar succes te maken heeft met het feit dat haar werk niet compleet is, hebben we aan de stagiaires gevraagd om de mooiste zinnen uit onze collectie dichtbundels te kiezen. Hun keuze beperkt zich niet tot de 20e eeuw, maar loopt door tot nu. Ze vallen dan ook eerder voor recenter dan ouder werk. Wat eveneens opvalt is dat wat ze gekozen hebben binnen de trend past van niet expliciet lesbisch, maar eerder gender queer.’
Naast de tentoonstelling verschijnt er ook een boek
‘Tegelijk met deze expositie verschijnt bij Uitgeverij Van Oorschot het overzichtswerk Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden. Daarvoor heb ik een hoofdstuk geschreven met als titel: Onbeantwoord, geëxploiteerd, gevierd: lesbische liefde in de twintigste eeuw. Dit sluit inhoudelijk ook nauw aan bij de tentoonstelling.
Met onderzoek, schrijven en herschrijven ben ik drie tot vier maanden bezig geweest. Alleen het lezen is al veel werk. Ik had helaas maar vijftien pagina’s tot mijn beschikking, dus ik heb een keuze moeten maken in wat ik wilde vertellen. Je kunt immers niet alles beschrijven.’
Tot slot, die titel, ‘lesbische zinnen tentoongesteld’. Wat bedoel je daar precies mee?
‘Op de panelen zie je de ene keer de mooiste lesbische zinnen uit boeken, maar een zin als ‘Ik zoek vrouwen voor een voetbalclub’ in een pottenblad was in de jaren tachtig ook een heel lesbische zin.
Als de lesbische beweging op gang gaat komen en een community gaat vormen, gaat het ook over zingeving. Heb je het over porno dan gaat het echt over de lesbische zinnen in de zin van begeerte. En kom je bij de lesbische romans, dan krijg je lesbische zinnen in de zin van liefde. Dus je kunt het op alle mogelijke manieren interpreteren.’