Dit jaar is het twintig jaar geleden dat de Wet Geregistreerd Partnerschap in werking treedt. Op 1 januari 1998 kunnen naar voorstel van toenmalig staatssecretaris Schmitz paren van gelijk geslacht en paren van verschillend geslacht die niet willen huwen naar de Burgerlijke Stand om officieel hun partnerschap te registeren.
Door: Martien Sleutjes / Michel Otten
De euforie over de regeling en daarmee het gevoel dat dit de weg opent voor maatschappelijke erkenning zorgt ervoor dat de wet in de volksmond al snel een ‘homohuwelijk’ gaat heten.
Veel kranten en tijdschriften in 1997 en 1998 nemen dat over, terwijl het feitelijk geen homohuwelijk is. Waar de partnerschapsregistratie regelt dat elk paar dezelfde rechten en plichten heeft als bij het trouwen, geldt dit niet ten aanzien van kinderen.
Zoals Fieke van Heeks het verwoordt in het krantenartikel Gewoon, twee vrouwen die trouwen: ‘Er blijven verschillen. Adoptie is bijvoorbeeld nog niet mogelijk. In de hele discussie wordt de nadruk voortdurend gelegd op homostellen die kinderen uit het buitenland willen adopteren, wat internationaal niet goed zou vallen. Waar het vooral om gaat, is stiefouderadoptie. Het is niet eerlijk dat de sociale moeder, de partner, geen adoptierecht kan krijgen over kinderen van de biologische moeder. Dat leidt tot drama’s. Gezinnen die uiteenvallen.’
‘Mallotige tussenstap’
Het COC en de Gaykrant zien daarom destijds de positie van kinderen als reden om de wet ‘respectievelijk “second best” en een “mallotige tussenstap” naar de gewenste volledige openstelling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht’ te noemen. Behalve het aspect van de kinderen vindt Bea Balvers trouwen veel beter klinken: ‘Registreren, registreren. Ik vind het zo’n rotwoord, dan komen bij mij van die vreemde associaties boven.’
Voor de invoering van de Wet Geregistreerd Partnerschap blijkt bovendien al uit onderzoek van de Universiteit van Utrecht dat de interesse hiervoor ‘gering’ is en de helft van de ondervraagden ‘wil trouwen’.
Discussie
De problematiek rondom homoparen en adoptie is altijd al onderwerp van discussie geweest. Naar goed Nederlands gebruik moet een commissie onder leiding van Bas Kortmann zich hierover buigen. Het advies aan staatssecretaris Schmitz is dat het mogelijk moet zijn dat homoparen een kind kunnen adopteren, maar om dit te bereiken zou het huwelijk opengesteld moeten worden voor paren van hetzelfde geslacht. Over dat laatste zijn de commissieleden echter niet eenduidig. Hoewel de meerderheid voor openstelling is, neemt Kortmann zelf een minderheidsstandpunt in en is tegen ‘het homohuwelijk’.
Ook in de samenleving levert de kwestie discussie op, maar dit zogenoemde homohuwelijk volgt dan toch drie jaar later.
Andere landen
Terwijl Nederland op 1 april 2001 het eerste land is dat het huwelijk openstelt voor paren van hetzelfde geslacht, is ons land zeker niet de haantje de voorste met de Wet Geregistreerd Partnerschap. Denemarken gaat Nederland ruimschoots voor in 1989.
- 1989: Denemarken
- 1993: Noorwegen
- 1994: Spanje
- 1995: Zweden
- 1996: IJsland
- 1998: Nederland
- 1999: Frankrijk
- 2000: België
- 2001: Portugal
- 2002: Finland
- 2004: Luxemburg
- 2005: UK
- 2006: Slovenië
- 2006: Duitsland
- 2006: Tsjechische Republiek
- 2007: Zwitserland
- 2008: Ecuador
- 2009: Hongarije
- 2010: Oostenrijk
- 2011: Liechtenstein
- 2011: Isle of Man (UK)
- 2011: Ierland
- 2012: Jersey (UK)
- 2012: San Marino
- 2014: Andorra
- 2014: Gibraltar
- 2014: Kroatië
- 2014: Malta
- 2015: Griekenland
- 2015: Cyprus
- 2016: Italië
- 2016: Aruba
- 2016: Estland
Kijk ook: documentaire Twee vrouwen trouwen
De camera volgt Anna en Irma bij het uitzoeken van de bruidswagen, de bruidsjurken, de Yoko Ono & John Lennon Hilton bruidssuite en tijdens hun persconferentie in het Hilton voorafgaand aan hun trouwen.
Onder politie-escorte vertrekken zij per limousine naar het Hilton, waar zij klokslag twaalf uur (wanneer de wet geregistreerd partnerschap in werking treedt) in de nacht van 14 op 15 januari, zullen trouwen.
Tevens volgt de camera Christa Harig, organisator van de trouwdag, en Erik de Jong van de burgerlijke stand Stadsdeel Zuid.